GGD Twente adviseert je over veilig buiten eten.

Zeker in de zomer, als veel mensen regelmatig buiten eten, is er een verhoogde kans op een voedselinfectie.
Hoe kun je een voedselinfectie voorkomen? En wat moet je doen als je toch een voedselinfectie hebt opgelopen?

Voedselinfectie

Een voedselinfectie is een ontsteking van maag en darmen. Deze ontsteking kan ontstaan als je iets eet of drinkt dat besmet is met een bacterie of een virus.
De klachten kunnen zijn: misselijk voelen, braken, diarree, buikpijn en koorts.

Hoe krijg je een voedselinfectie?

Veel voedselinfecties ontstaan bij mensen thuis. Bijvoorbeeld:

  • Iemand wast zijn handen niet nadat hij naar het toilet is geweest. Daarna maakt hij eten klaar.
  • Je snijdt rauw vlees op een snijplank. Daarna gebruik je dezelfde plank voor groenten voor een salade.
  • Eten van vlees of vis dat niet goed gaar is.
  • BacteriĆ«n groeien sneller in de warmte. Als de koelkast erg vol is, is de temperatuur vaak te hoog. Wordt het eten niet koud genoeg bewaard? Dan groeien bacteriĆ«n die je ziek kunnen maken dus sneller.

Wat kun je doen om een voedselinfectie te voorkomen?

  •  Was de handen met water en zeep voor het klaar maken van eten. Doe dit ook nadat je rauw vlees hebt aangeraakt.
  • Gebruik voor rauw vlees en rauwe groente aparte snijplanken. Was messen tussendoor af of gebruik verschillende messen.
  • Was groente voor rauwkost altijd goed.
  • Verhit eten altijd heel goed.
  • Zorg dat vlees en vis goed gaar is en kook groente zeker 2 minuten.
  • Zorg dat de temperatuur van de koelkast tussen de 4 en 7 graden is.
  • Boodschappen gedaan? Laat ze niet in de warme auto staan, maar zet ze zo snel mogelijk in de koelkast.
  • Gooi eten weg als het 2 uur buiten de koelkast heeft gestaan (bijvoorbeeld bij een barbecue).

Toch ziek?

Een voedselinfectie gaat meestal vanzelf over. Wacht rustig af en eet pas als je weer trek krijgt.
Drinken is wel belangrijk. Door diarree en overgeven kan het lichaam veel vocht verliezen. Let daarom op uitdroging, vooral bij kinderen en ouderen.

Uitdroging kun je herkennen aan:

  • niet of weinig plassen (minder dan drie keer per dag; donkere urine en dorst)
  • droge mond en diepliggende ogen
  • koude armen en benen

Neem bij de eerste tekenen van uitdroging contact op met de huisarts.
Als er diarree is met bloed, dan moet je altijd de huisarts bellen.
Bij twijfel of als de klachten niet over gaan, kun je ook altijd contact opnemen met je huisarts.

Meer informatie

Voor meer informatie neem je contact op met het team Infectieziekten.

 

Geef aan of je hebt kunnen vinden wat je zocht
Invalid Input