Een slechte kwaliteit van de binnenlucht kan leiden tot gezondheidsklachten.

Gezondheidsklachten zoals hoofdpijn of verergering van astmaklachten.Zowel bij kinderen als leidsters.

Bovendien vergroot slechte lucht de kans op het overdragen van infecties. Onvoldoende ventilatie is de belangrijkste oorzaak van een slecht binnenmilieu.

Slechte ventilatie kan twee oorzaken hebben: het ventilatiegedrag is onvoldoende en / of de ventilatiemogelijkheden in de ruimte zijn beperkt of onvoldoende bruikbaar.

In deze folder staan tips en adviezen waarmee je eenvoudig verbeteringen kunt bereiken in het kindercentrum.

Frisse lucht

Gebrekkige ventilatie is de belangrijkste oorzaak van een slecht binnenmilieu. Ventilatie en luchten is nodig voor het verversen van de lucht in het gebouw. Daarmee worden schadelijke stoffen zoals vocht, vluchtige stoffen, geurstoffen, bacteriën en (fijn) stof, afgevoerd en vervangen door schone lucht. Ventileren betekent dat de lucht 24 uur per dag wordt ververst. Dit gebeurt door het openzetten van ramen en roosters, en/of een ventilatiesysteem. Luchten houdt in dat ramen en deuren gedurende korte tijd wijd opengezet worden, om de lucht snel te verversen.

Tips voor de ventilatie

  • Ventileer altijd. Ook ’s nachts. Ventileer ook in de slaapruimten.
  • Zet ventilatieroosters altijd volledig open.
  • Open (klep)raampjes of roosters het liefst in tegenoverliggende gevels. Hierdoor ontstaat dwarsventilatie. Bij dwarsventilatie kan de lucht sneller ververst worden.
  • Zet hoge ramen (> 1,80 m boven de vloer) handbreed open.
  • Zet lage ramen (< 1,80 m) als dat kan open.
  • Een kierstandhouder in het raam kan insluipen en valincidenten tegengaan.
  • Maak ventilatieroosters elke maand schoon.
  • Controleer of ramen en roosters niet worden gehinderd door zonwering, gordijnen of andere voorwerpen.
  • Als het te koud wordt, sluit niet meteen de ramen, maar zet juist de verwarming hoger. Als het dan nog te koud blijft, zet dan de ramen iets minder ver open. Let ook op een juiste kledingkeuze in de winter.
  • Als het gaat tochten, sluit dan ramen en roosters die minder dan 1,80 m boven de vloer zitten. Blijven tochtklachten bestaan, zet dan de hoge openingen iets minder ver open.
  • Plaats bedjes niet onder een opening van een ventilatiesysteem of bij een open raam in verband met tocht en koude.
  • Zorg voor een opstelplaats van afvalcontainers op enige afstand van ramen en ventilatieroosters, liefst in een vrijstaande berging.
  • Als het kindercentrum aan een drukke weg staat, sluit dan de ramen en ventilatieroosters aan de drukke verkeerszijde tijdens de spitsuren. Open ze weer zodra het rustiger is op straat.

Ventileer extra bij:

  • een nieuwbouwlocatie
  • knutselen en bewegingsspelletjes
  • koken, wassen, drogen
  • na aanschaf nieuwe meubels, vloerbedekking, gordijnen en dergelijke
  • bij printers, kopieermachines en verwarmingsinstallaties
  • muffe geur bij binnenkomst

Extra aandachtspunten bij mechanische ventilatie

  • Zet de afzuiging overdag in de stand die zorgt voor voldoende luchtverversing, meestal is dat de hoogste stand.
  • Zet de afzuiging ‘s nachts op de laagste stand, dus niet uit.
  • Maak roosters elke maand schoon en zorg voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt aan de installatie.
  • Is er geluidsoverlast? Raadpleeg hiervoor de technische dienst of installateur. Uitzetten is géén goede oplossing.

Onvoldoende ventilatie

De volgende punten zijn aanwijzingen dat de ventilatie niet toereikend is:

  • (langdurig) beslagen ramen met enkel of dubbel glas
  • vochtplekken of schimmels op de muur
  • vochtminnend ongedierte zoals pissebedden, zilvervisjes of slakken
  • muffe geur bij binnenkomst

Probeer zo goed mogelijk te ventileren. Schakel bij het aanhouden van de problemen de technische dienst of installateur in.

Tips voor het luchten

Lucht in ieder geval twee keer per dag 5-10 minuten door ramen en deuren tegen elkaar open te zetten. Lucht bijvoorbeeld:

  • direct bij binnenkomst
  • als de kinderen buiten spelen
  • tijdens schoonmaken en stofzuigen
  • in de slaapkamers, buiten slaaptijden

Temperatuur en vocht

De behaaglijkheid in een ruimte is onder andere afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid van de lucht.

Aangename temperatuur

  • Stel de temperatuur van de groepsruimte in op 20°C (minimaal 17°C, maximaal 22°C).
  • Stel de temperatuur van de slaapkamer in op 17°C (minimaal 15°C, maximaal 22°C).
  • Controleer de temperatuur van inpandige slaapkamers. Als de temperatuur niet te beheersen is en boven 22°C uitkomt, is een airco misschien een optie.
  • Laat het ‘s nachts niet kouder worden dan 15°C. Bij lagere temperaturen kan vocht namelijk neerslaan op ramen of in muren en plafonds trekken, waardoor schimmelplekken kunnen ontstaan.
  • Laat de zonwering op een warme dag op tijd zakken, voordat de zon op de gevel staat.

In perioden van hitte zijn extra maatregelen nodig. Denk daarbij aan nachtventilatie, tijdig gebruik van zonwering, doorwaaien, extra ventilatoren en extra drinken aanbieden.

Om goed voorbereid te zijn op een periode met extreme warmte kan een kinderdagverblijf zelf een warmteprotocol opstellen. Een warmteprotocol zorgt ervoor dat iedereen is voorbereid en weet wat te doen wanneer er sprake is van een warme periode (buitentemperatuur van 27°C of hoger).

Je kunt je bij de GGD aanmelden voor het hittewaarschuwingssysteem waarmee je wordt geïnformeerd over een aanstaande hitteperiode.

Vocht in de lucht

De relatieve luchtvochtigheid geeft aan in welke mate de lucht verzadigd is met vocht. Een luchtvochtigheid met een waarde tussen de 30 en 70% is in orde. Een lagere luchtvochtigheid is op zich geen probleem, maar kan in combinatie met stoffigheid leiden tot irritaties van de slijmvliezen van ogen, neus en keel. Wanneer de luchtvochtigheid langdurig hoog is, kunnen schimmels en/of huisstofmijten zich beter ontwikkelen. Kinderen kunnen daardoor klachten van de luchtwegen krijgen.

Je kunt het vochtgehalte met een hygrometer controleren:

  • Als het vochtgehalte in de winter hoger blijft dan 70%, dan moet er extra geventileerd worden. Gebruik geen vochtvreters, vanwege de hoge kosten en het matige resultaat.
  • Als in de winter het vochtgehalte steeds lager is dan 30%, dan is het nodig om extra vocht aan te voeren. Bakjes aan de radiatoren voldoen niet. Het is beter om natte doeken over de radiatoren te hangen. Gebruik bij voorkeur geen luchtbevochtiger. Er bestaat een risico dat schadelijke stoffen, zoals bacteriën, in de lucht terecht komen en ziektes veroorzaken.

Stof en allergenen

Stof en allergenen (zoals huisstofmijt en schimmels) kunnen gezondheidsklachten veroorzaken zoals allergische reacties of prikkeling aan de ogen of luchtwegen. Neem maatregelen om de aanwezigheid van stof en allergenen zo veel mogelijk te beperken:

  • Maak nat schoon in plaats van stofzuigen of vegen met een bezem. Gebruik voor het afnemen van stof een natte doek of een stofwisdoek waaraan het stof zich bindt.
  • Gebruik geen schoonmaakmiddelen met een sterke geur en maak bij voorkeur niet schoon in het bijzijn van kinderen.
  • Plaats meubilair dat efficiënte schoonmaak toelaat, zoals dichte kasten tot plafond zonder poten, en zet zo min mogelijk spullen los op kasten en vensterbanken.
  • Laat opgehangen knutselwerkjes niet lang hangen om stofophoping te voorkomen.
  • Was knuffels, verkleedkleren en meubilairhoezen iedere maand, op 60°C.
  • Hang (verticale) lamellen of screens op in plaats van stoffen gordijnen.
  • Knutsel met verf en lijm op waterbasis. Verf en lijmpotten goed sluiten na gebruik en het liefst buiten de verblijfsruimten bewaren. Gebruik geen spuitbussen, verf, afbijtmiddel in het bijzijn van kinderen.
  • Plaats geen giftige planten, bloemen met sterke geur, planten met harige bladen, of planten die stuifmeelpollen produceren.
  • Controleer de kwaliteit van het schoonmaakwerk en stel het schoonmaakbeleid eventueel bij.

Schimmels verwijderen

  • Schimmels op gladde oppervlakken kun je verwijderen met soda opgelost in heet water. Gebruik een harde borstel en draag handschoenen en een mondkapje. Verwijder schimmels nooit met een droge borstel. Dan kunnen veel schimmeldeeltjes in de lucht terechtkomen.
  • Bij ruwe oppervlakken dringen de schimmeldraden in het materiaal. De schimmels kun je dan alleen verwijderen door de beschimmelde delen van het materiaal te verwijderen.

Buiten spelen

  • Wees er op bedacht dat sommige kinderen allergisch zijn voor het stuifmeel van bomen, planten en bloemen. Bedenk alternatieven voor het buitenspelen voor deze kinderen in de hooikoorts-periode.
  • Let op de aanwezigheid en gevaar van teken, wespen en de eikenprocessierups. Meld een plaag bij de gemeente.
  • Bedek de zandbak met een strak gespannen, vochten luchtdoorlatende afdekking om verontreiniging met ontlasting van dieren te voorkomen.
  • Laat kinderen niet op een terrein met bodemverontreiniging spelen, om blootstelling aan verontreinigde grond te voorkomen.

Meer informatie

Voor meer informatie over binnenmilieu en gezondheid, kun je contact opnemen met ons team Milieu en gezondheid.

  • Ook kun je bij ons het kindercentrum aanmelden voor het hittewaarschuwingssysteem van de GGD. Hiermee word je geïnformeerd over een naderende warme periode, zodat je op tijd maatregelen kunt nemen.
  • Neem contact met ons op voor een binnenklimaatmeting, een ventilatieadvies-op-maat of voor advies bij renovatie of nieuwbouw.
  • Op de website van het RIVM / LCHV vind je een overzicht van de richtlijnen voor kindercentra.
  • Kijk ook op Kinderveiligheid.nl.

 

Geef aan of je hebt kunnen vinden wat je zocht
Invalid Input