Jeugdarts Simone Kienhuis is betrokken bij het project Thuiszitters Twente. Zij hebben hun focus verschoven van verzuim naar schoolaanwezigheid.
Preventie speelt daarin een heel belangrijke rol. Preventie, dat is precies waar onze Twentse Gezonde School Aanpak voor staat. Onze Gezonde School Adviseur Marieke Bunnik ging met Simone in gesprek.
Simone, de focus verschuift van verzuim naar schoolaanwezigheid. Wat betekent dat precies?
"Bij schoolaanwezigheid kijk je meer naar de momenten dat een leerling er wel is en hoe je samen zorgt dat een leerling op school is en blijft. Dat vraagt van ons een andere manier van denken, kijken en communiceren met de leerling en de ouders. Wat maakt het dat het lukt om op school te zijn? Hoe kunnen we dat vasthouden en uitbreiden? Dat levert een heel ander gesprek op. De negatieve lading is eraf. Het gevoel van op het matje roepen gaat weg."
Ik hoor jou als jeugdarts vaak zeggen dat preventie heel belangrijk is. Wat bedoel je daar precies mee?
"Je kunt de individuele leerling begeleiden, maar het is belangrijk dat de school een omgeving is waar leerlingen zich thuisvoelen en graag heen gaan. Dat betekent dat een school een veilige en gezonde omgeving moet zijn. ‘Veilig’ betekent dat een leerling zich er emotioneel goed moet voelen en zichzelf moet kunnen zijn. En dat aanwezigheid op school eraan bijdraagt dat een leerling lekker in zijn of haar vel zit. Maar ook een fysiek gezond schoolklimaat is belangrijk. Denk aan schone lucht en lokalen in scholen. Dat komt niet alleen leerlingen met luchtwegproblemen ten goede, maar alle leerlingen. Zeker nu met corona is dat heel actueel. Uiteindelijk zie je een gezond schoolklimaat in alle facetten van een school terug: van educatie over gezondheid tot goede roostering, van passende belasting van leerlingen tot een positieve bejegening. En ook een goede registratie van aanwezigheid en opvolging daarvan. Want onderschat dat laatste niet. Als leerlingen ervaren dat je opmerkt of ze op school zijn of niet en daar ook op reageert, dan zijn leerlingen ook meer aanwezig. Dat blijkt ook uit onderzoek."
Wat gebeurt er momenteel op de Twentse scholen? Hoe staat het ervoor?
"We doen een proeftuin Schoolaanwezigheid. Deze aanpak draait al in de Verenigde Staten, maar we moeten een Nederlandse werkwijze uitwerken. De Twentse samenwerkingsverbanden van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs hebben de visie omarmd, maar de uitwerking kost tijd en energie. Dus we starten met pilotscholen. We worden getraind en opgeleid. We verwachten dat het wel een paar jaar kan duren voordat scholen het goed ingebed hebben. Maar we willen dit graag samen met scholen doen, zodat we andere scholen weer kunnen inspireren met wat we in onze proeftuin hebben geleerd."
Hoe denk jij dat Twentse Gezonde School Adviseurs van de Jeugdgezondheid kunnen bijdragen?
"Gezonde School Adviseurs weten welke interventies werken en geschikt zijn voor de verschillende type scholen. Scholen worden momenteel overladen met folders en aanbieders van interventies op school. Over welbevinden, pesten, een gezonde leefstijl, middelengebruik en nog veel meer. Maar dat zijn lang niet allemaal interventies met een gedegen theoretische onderbouwing. Of waarover onderzoek is gedaan of ze wel werken en goed te implementeren zijn op school. En dat terwijl er juist ook heel veel goed onderbouwde en onderzochte lesprogramma’s en aanpakken zijn. Jullie kunnen scholen advies geven hierover. De school maakt hypotheses over welke thema de meeste aandacht moet krijgen. Daarvoor gebruikt de school de uitkomsten van de Kindermonitor, of de Gezondheidsmonitor Jeugd. Dat zijn grootschalige onderzoeken die we als GGD Twente doen naar de gezondheid en het welbevinden van leerlingen. Ik zie ze altijd graag aangevuld met onze eigen waarnemingen, zowel vanuit de school als vanuit de Jeugdgezondheid. Dat helpt scholen keuzes te maken. Want je kunt als school niet alles tegelijk aanpakken."
En wat is jouw rol als jeugdarts als het gaat om schoolaanwezigheid?
"Jeugdgezondheid is goed in normaliseren. Ik had bijvoorbeeld laatst een meisje met een flink vermoeidheidsprobleem. Dat gaat nu stukken beter, maar eind van de week was ze nog moe en daar waren zorgen over. Ik moedig dan aan om na te vragen hoe dat zit bij andere leerlingen in de klas. Dat heeft ze gedaan. En ze bleek niet de enige te zijn die daar last van had; vermoeidheid na een drukke schoolweek. Zo’n leerling en de ouders beseffen dan: ‘oh, dit hoort dus ook wel een beetje bij mijn leeftijd, dat is normaal.’ Zo hou je dingen die horen bij een normale ontwikkeling uit de medische hoek. In complexe casussen kijk ik als arts graag mee vanuit de sociaal-medische hoek. Ik vind het belangrijk dat we de discussie of verzuim terecht is niet gaan beslechten. Daar kom je nooit uit. Het gaat om zoeken naar de oplossing. Daar moet een focus liggen. Als een kind buikpijn heeft, dan heeft het buikpijn. Maar dan moeten we wel verder kijken naar wat maakt dat het buikpijn heeft en hoe het ondanks die buikpijn zo goed mogelijk mee kan doen op school."
Wat adviseer je scholen die aan de slag willen met deze aanpak?
"Kijk of je breder draagvlak kunt krijgen in je school. Want draagvlak is belangrijk. Management, het docententeam, leerplicht, het zorgnetwerk; je kunt het niet zonder elkaar. Je kunt als school altijd contact opnemen met het team Jeugdgezondheid van jouw school om te overleggen wat de mogelijkheden zijn. Dan denken we mee. En kijk zeker ook naar welke mogelijkheden er liggen om aan preventie te doen. Want leerlingen die gezond zijn, lekker in hun vel zitten en zich prettig en veilig voelen op school verzuimen minder snel. Verder raad ik aan te werken in kleine stapjes. Ieder stapje is er één. Er komt nu veel op scholen af, dus het is soms ook prioriteiten kiezen. Scholen doen vaak al heel veel goede dingen. Houd dat vast. Vaak is het een kwestie van een klein stapje erbij iedere keer. Begin bijvoorbeeld gewoon eens als je gesprekken met ouders hebt te praten over schoolaanwezigheid en het woord verzuim te vermijden. En ervaar eens wat dat met een gesprek doet."